De toegevoegde waarde van digitale dorpspleinen

– the local social web

Mensen zijn van nature sociale wezens en hebben behoefte aan sociale contacten met andere mensen. Waar dit zich vroeger vooral afspeelde op lokaal niveau, het “dorpsplein”, gebeurt dat tegenwoordig steeds meer online. De zorg voor onze lokale, sociale kring, zoals familie en onze oude buurvrouw, hebben we in onze maatschappij geïnstitutionaliseerd. Onze agenda is vol, dus tijd om bij oma op bezoek te gaan is er minder. Oma is vaak niet online, dus hebben we minder contact. Wij zorgen er daarom zelf niet meer voor, er is altijd wel een instituut dat dit wel doet. Onze kleding kopen we online of in de stad, en anderzijds klagen we dat ons dorp niets te bieden heeft. Lokale dorpsondernemers hebben het daardoor moeilijk. Zij zijn vaak niet online, laat staan vindbaar voor de surfende klant. We leven in een globale, online wereld waar de lokale ondernemer vaak (nog) geen onderdeel van uit maakt en waar de verenigingen nog lang niet optimaal gebruik van weten te maken.

Toch is er behoefte aan beter lokaal, sociaal contact. Iedere Nederlander zal beamen dat hij graag beter contact zou willen met zijn buren. Als ik weet wat mijn buurman bezig houdt, dan zou dat ook gemakkelijker en vooral leuker zijn. Ik zou mijn kleding best in mijn eigen dorp willen kopen, als ik maar snel en duidelijk kan vinden wat het aanbod is. Als de voetbalclub op een gemakkelijke manier haar leden kan informeren, zou het eenvoudiger zijn om vrijwilligers te vinden en bezoekers te krijgen bij haar evenementen. Ouderen vereenzamen, maar online contacten zijn eng voor hen. Vroeger op het dorpsplein wist je in elk geval wie je voor je had. Als ouderen goede, eenvoudige tools hebben om onderling binnen deze vertrouwde sociale kring en met hun familie contact te onderhouden, zou dat veel oplossen.

De geïnstitutionaliseerde zorg in onze maatschappij wordt onbetaalbaar. Behalve onze verplichte bijdrage aan de belastingdienst zouden we hieraan best wat meer feitelijke bijdrage kunnen leveren, als we maar wisten wie waaraan behoefte had. Contact met zorgbehoevenden zou veel duidelijk maken over de behoeften en daarmee zou het mogelijk worden daar als gemeenschap op in te haken.

Kortom: er is behoefte aan beter lokaal welzijn. Dat geldt voor alle betrokkenen in onze lokale maatschappij: de gemeente om haar zorgbudget, contact met inwoners en de lokale economie; zorgverleners om meer klanttevredenheid en kostenbesparing; verenigingen om beter contact te hebben met haar leden en anderen binnen de lokale gemeenschap; burgers om beter lokaal sociaal contact en betrokkenheid bij de lokale gemeenschap; lokale belangenorganisaties om een betere uitdraging van hun belangen en idealismen.

Een digitaal dorpsplein is een lokaal, sociaal communicatie-platform dat voorziet in bovenstaande behoeften. Een plek waar alle communicatie van alle betrokkenen in onze lokale gemeenschap samenkomt en hierover gesproken wordt. Geen vervanging van de lokale krant, verenigings- of bedrijfswebsites, lokale nieuwssites, Facebook of Twitter, maar juist een aanvulling hierop. Een platform zonder redactie of eigenaar, maar voor en door bewoners en andere betrokkenen. Dé bron voor al Uw lokale informatie, gestuurd en gefilterd door hetgeen Uw eigen, lokale, sociale kring interessant vindt. Dit alles natuurlijk geïntegreerd met de platformen waarop U al aanwezig bent, zoals Twitter en Facebook.

Enkele voorbeelden van dorpen waar aan dergelijke digitale dorpspleinen gewerkt wordt, zijn “Ons Laer” in Rosmalen, “Schijndel Ontmoet” in Schijndel en “RooiOntmoet” in Sint-Oedenrode. Veelal worden deze projecten ondersteund door een regiegroep waarin een afspiegeling van de lokale gemeenschap vertegenwoordigd is. Denk daarbij een de gemeente, verenigingen, onderwijs, welzijnsorganisaties, ondernemers en burgers. Toch stuiten deze initiatieven soms op weerstand van de lokale gemeenschap. Lokale belangenorganisaties menen soms dat daarmee hun bestaansrecht wordt aangetast. Niets is minder waar: Een digitaal dorpsplein is juist een aanvullend, sociaal medium waarmee het bestaansrecht uitgedragen en versterkt kan worden.

( tekst van Boechie van den Brand Namens Regiegroep “RooiOntmoet”)